Gistelse Steenweg 472

Het pand waar Frank Van Oyen zijn beroep uitoefent werd gebouwd in 1882. Aan de achterzijde van het pand bevindt zich nog een “eerste steen” met de inscriptie “Eersten Steen gelegd door Jufvrouw Marie Van Rechem 14 april 1882.

Maria Van Rechem werd op 6 augustus 1821 (ter achten ueren 's avonds ... volgens de geboorteakte) geboren in Filipstokstraat ( huidig nummer 11 ) te Brugge. Opmerkelijk bij de geboorteakte is de vlotte grote en sierlijke handtekening van de "fiere" vader met zijn eerste kind. De handtekening verraadt dat de man gewoon is van heel ordelijk te kunnen schrijven en wellicht ook een degelijke onderwijsopleiding had genoten (zie geboorteuitreksel nummer 827 van het jaar  1821 in het archief te Brugge).

Haar vader Leonardus Van Rechem was een heel welstellende winkelier en bezat  enkele huizen in de stad. Hij had een zestigtal kantklossters die voor hem werkten en had zich gespecialiseerd in zoomkant, voor de versiering voor kerkgewaden, dit was zijn belangrijkste afzetgebied. Leonardus Van Rechem was gehuwd met Maria Clara Lippens , een vrouw uit de Gentse bourgeoisie. Zij baatte samen met haar man een kantwinkel uit in de Filipstokstraat en deed ook de ronde bij de kantwerksters om de vorderingen en de degelijkheid van het geleverde kantwerk op te volgen.

Maria Van Rechem  groeide op te Brugge en werd te Gent ingeschreven in een meisjesinternaat in 1832. Na haar studies in dat internaat ging Maria wonen in Gent in de woning waar haar moeder vroeger had gewoond (1840). Maria van Rechem startte samen met haar vader Leonardus in Gent een gelijkaardige kantzaak op als deze in Brugge.

Ze bleef ongehuwd maar keerde na 41 jaar,   in oktober 1881, terug naar haar geboortehuis in de Filipstokstraat te Brugge. Voor haar terugkeer naar Brugge had ze het ouderlijke huis van haar moeder in Gent verkocht. Ze laat zich inschrijven in de bevolkingsregisters te Brugge op 31.10.1881  (zie inschrijvingsboek van de bevolking D49-folio 58/1). Bij de inschrijving  in de bevolkingsregisters te Brugge is Maria ingeschreven als “marchande de dentelles” maar vijf maand later laat ze haar beroep wijzigen in "bijzondere" op het stadhuis te Brugge. We zouden dat nu omschrijven als " rentenierster ". Dat ze welstellend was, blijkt uit de kiezerslijst van 1882 aangezien zij in de categorie van  3 kiesstemmen valt.

Begin maart 1881, ze was toen 59 jaar oud, ontmoet zij Jos Desmet, een architect die in de Moerstraat 76 te Brugge woont. Ze koopt diezelfde maand ook een stukje grond in ‘.... le long de la route de l' Etat de Bruges a Ghistelles entre les bornes N°2 e 3 sur le territoire de la Commune Ste André...’ Dat lapje grond blijkt een grootte van ... 18023 m2.   Haar vriend Jos Desmet tekent het plan voor  een "... maison de campagne.... " en Maria gaat op bezoek bij graaf Visart de Bocharmé waarbij de  man een aanbevelingsbrief schrijft naar zijn collega burgemeester van St.-Andries om  een spoedprocedure in gang te zetten voor de aflevering van een bouwvergunning( 26 maart 1881). De bouwvergunning dateert van 9 mei 1882, terwijl de bouwwerken gestart waren op 2 april 1882 (volgens verslag van de toenmalige veldwachter van de gemeente St.-Andries).

Ondanks alle spoed heeft mevrouw Maria Van Rechem nooit in de woning gewoond. Nog hetzelfde voorjaar  1882 stopte zij plots al haar handelsaktiviteiten. De winkel  in de Filipsstokstraat ging dicht gedurende  de volgende negen jaar en op 31 juli 1891 overleed Maria, eenzaam en moederziel alleen  in dat pand waar ze die ochtend dood in de achterkeuken werd gevonden door haar huishoudster. De heel sobere lijkvaartdienst van “Juffrouwe Maria van Rechem” had plaats in alle stilte tijdens de vroegmis van 7 uur in de St.-Walburgakerk, maar de kerkfabriek werd testamentair rijkelijk begunstigd.  

 

ontwerp: www.kristienberings.be